De KNMO maakt zich hard om duidelijkheid te krijgen in de onduidelijke situatie inzake de vraag of dirigenten voor repetitiewerkzaamheden het lage BTW-tarief (6%) of het hoge BTW-tarief (21%) aan muziekverenigingen moeten factureren. De KNMO heeft zich met deze vraag inmiddels tot kamerleden in Den Haag gericht.

De contacten die er tussen de diverse brancheorganisaties (Bond van Orkestdirigenten en Nederlandse Korenorganisaties) zijn geweest hebben niet tot een duidelijk standpunt van het Ministerie van Financiën geleid.

Ondanks een rechterlijke uitspraak zijn diverse belastinginspecteurs van oordeel dat het lage BTW-tarief pas geldt als vaststaat dat de repetitiewerkzaamheden van de dirigent zijn gericht op een of meerdere uitvoeringen van het koor. Zoals gezegd wenst de KNMO een heldere lijn over deze zaak. Daarom heeft zij zich gewend tot diverse Kamerleden in Den Haag met de vraag deze voor de georganiseerde amateurmuzieksector belangrijke kwestie onder de aandacht van de (nieuwe) staatssecretaris van financiën te brengen.